Dan zou ik u nog wat willen vragen over de toekomstige regering. Zou u mij kunnen zeggen in welke mate u het wenselijk of juist onwenselijk vindt dat partijen samen de nieuwe regeringgaan vormen.
Now I would also like to ask you how probable or improbable it is according to you that the mentioned parties will form a new government after the elections.
Nu zou ik u ook willen vragen hoe waarschijnlijk of onwaarschijnlijk het volgens u is dat de genoemde partijen na de verkiezingen samen een regering gaan vormen.
And now I would like to know from you how sympathetic you find the political parties. You can give each party a score between 0 and 10. With this 0 means that you find this party not sympathetic and 10 means that you find this party very sympathetic.
Dan zou ik nu graag van u willen weten hoe sympathiek u de politieke partijen vindt. U kunt iedere partij hiervoor een cijfer geven van 0 tot en met 10. Daarbij betekent 0 dat u deze partij niet sympathiek vindt en 10 dat u deze partij zeer sympathiek vindt.
Now I will ask you some questions about the feelings that some political parties raise with you.
Nu ga ik u wat vragen stellen over de gevoelens die enkele politieke partijen bij u oproepen.
And now I would like to know which feelings are raised with you by the government, that the Netherlands have had the past three years.
Dan zou ik nu graag willen weten welke gevoelens bij u zijn opgeroepen door de regering die Nederland de afgelopen drie jaren heeft gehad.
Now I would like to present you some statements about punishment in the Netherlands.
In general are crimes punished too harshly, too leniently, or just right in the Netherlands?
Worden misdaden in Nederland over het algemeen te zwaar, te licht of juist goed bestraft?
Imagine: the government decides to increase the number of pupil in school classes. As a protest a number of parents and teachers occupy a school. Do you approve; or disapprove?
Stelt u zich voor: de regering besluit het aantal leerlingen per klas te verhogen. Uit protest hiertegen houden een aantal ouders en onderwijzers een school bezet. Zou u dat goedkeuren; of afkeuren?
Imagine: the teachers who participated in the occupation are fired. Do you approve; or disapprove?
Stelt u zich voor: de onderwijzers die aan de bezetting hebben meegedaan, worden ontslagen. Zou u dat goedkeuren; of afkeuren?
Can you answer questions about the family where you lived between the age of 10 and 16?
Dan wil ik u nu enkele vragen stellen over de periode waarin u 10 tot 16 jaar was. Kunt u vragen beantwoorden over het gezin waar u tussen uw 10e en 16e jaar hebt gewoond?